recente archeologische opgravingen voor het voetlicht

dinsdag 3 maart 2020

Op 3 maart hield Stadsarcheoloog Herre Wynia in de Senaatszaal van het Academiegebouw een wervelende voordracht over de talrijke bijzondere vondsten die de Utrechtse bodem de afgelopen tijd aan de archeologen heeft prijsgegeven en dat is bepaald niet weinig. Boeiend vulde Herre twee periodes van drie kwartier en met gemak had hij zo nog uren door kunnen gaan, want het publiek hing aan zijn lippen.

Foto's: courtesy Herre Wynia

Archeologie en PUG
Allereerst bracht Herre het archeologisch onderzoek in herinnering dat het PUG vanaf 1841 verrichtte en financierde. Uit de vondsten en vele aankopen ontstond een belangrijke collectie van duizenden met name Romeinse objecten, die in 1995 is overgedragen aan de gemeente Utrecht, afdeling Erfgoed. Meer dan zestig jaar is de collectie liefdevol beheerd door conservator prof. dr. Ina Isings. Tot op hoge leeftijd werkte zij aan de PUG-collectie en bleef zij betrokken bij de Utrechtse archeologische opgravingen. Zij overleed 3 september 2018 op de leeftijd van 99 jaar. De collectie wordt nu beheerd door haar leerling Joanneke van den Engel-Hees, die bij deze avond ook aanwezig was.
<lees meer over de PUG-collectie en Ina isings>

13.000 jaar oude sporen van bewoning
Voorafgaand aan de bouw van het Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie in het Utrecht Science Park werd archeologisch onderzoek verricht. Groot was de opwinding toen bewoningssporen werden gevonden die teruggaan tot 11.000 jaar vóór de jaartelling. De geschiedenis van Utrecht blijkt in één klap 8.000 jaar ouder dan gedacht en wordt gedocumenteerd door vondsten vanaf het einde van de Oude Steentijd, Midden en Nieuwe Steentijd, Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd en Middeleeuwen.
<lees meer over de opgraving in het Science Park>

Bijzondere vondsten in Zuilen
Vanwege rioolvernieuwing gaat in Zuilen op veel plaatsen de grond open en dankzij het Verdrag van Malta krijgen de archeologen gelegenheid onderzoek te doen. Bij het Queeckhovenplein waren de archeologen op zoek naar resten van het cisterciënzer vrouwenklooster Mariëndaal, dat hier gestaan heeft van 1244 tot 1586. Die resten hebben ze ook gevonden. Maar daaronder vonden ze een 500 jaar oudere laag met de sporen van een grote nederzetting aan de Vecht uit de periode 700 tot 800 na Christus, de tijd van Karel de Grote.
<lees meer over deze opgraving in Zuilen>

Vikingrijn
Bij het Maximapark in Leidsche Rijn wordt de oorspronkelijke loop van de Rijn in de negende eeuw uitgegraven, de zogenaamde “Vikingrijn”. Deze Rijnloop verdween na de Romeinse tijd door verzanding en verlanding. Ook hier kregen de archeologen een unieke kans om onderzoek te doen. Een grote hoeveelheid objecten werd gevonden, waaronder schepen. Een schip de Vleuten 3 uit ca. 820 was gesloopt voor hergebruik. Een deel bleek gebruikt als kadeversterking. De archeologen vonden veel te veel materiaal om allemaal te conserveren en bewaren. Voor een deel laat men objecten in de bodem achter. Voor een deel, zoals enkele visfuiken bleek conserveren mogelijk. Menselijke resten worden herbegraven. Door het zeven van de grond worden heel veel kleinere tot zeer kleine objecten verzameld. Studie van de gevonden artefacten, pollen en talloze botten, botjes, graten, schubben, gemummificeerde uitwerpselen enzovoorts levert een goed beeld op van de samenleving in de nederzetting in die tijd. Onder meer wat ze in die tijd aten en waar het voedsel vandaan kwam. Zo is het ook verrassend om te zien dat vishaken uit de 9e eeuw er vrijwel net zo uitzien als vishaken nu.
<lees meer over deze opgravingen in Leidsche Rijn> en <nog meer>

 

 

Meer foto's: